- Home
- >
- Onze opdrachten
- >
- 3Noord: Schaarse voorzieningen
Om er voor te zorgen dat ook voor weinig voorkomende hulpvragen en voor hulpvragen die om heel specifieke deskundigheid vragen een aanbod voor jeugdigen en gezinnen in Noord-Nederland beschikbaar blijft, werken de drie noordelijke jeugdhulpregio’s samen aan de uitvoeringsagenda 3Noord.
Op de schaal van één jeugdhulpregio zouden de betreffende voorzieningen (veelal residentiële voorzieningen, maar ook hun deskundigheid die ambulant of via consultatie kan worden toegevoegd) niet in stand blijven omdat de vraag te klein is of de expertise niet behouden kan blijven en vaak de voorziening niet rendabel genoeg kan worden opgezet.
Door samenwerking en gezamenlijke contractering kunnen de betreffende voorzieningen wel in stand worden gehouden en blijft de gespecialiseerde jeugdhulp beschikbaar voor jeugdigen en gezinnen binnen een bereisbare redelijke afstand.
Deze voorzieningen noemen we schaarse voorzieningen: ze komen niet veel voor en we werken op het niveau van 3 Noord (drie jeugdhulpregio’s Drenthe, Friesland en Groningen) samen om de voorzieningen te behouden.
Concreet gaat het om gesloten jeugdhulp; open 3 milieus voorzieningen, gezinsbehandeling, klinische voorzieningen, forensische zorg, jeugdhulpplus en intensieve LVB voorzieningen.
Gezien de beschikbare menskracht en urgentie, zijn vier van de zes voorzieningen nu opgepakt: twee komen in een later stadium aan bod en dan wordt ook over die voorzieningen tekst opgenomen.
Open 3Milieusvoorzieningen:
In het Toekomstplan Noord-Nederland 2030, Open 3Milieusvoorzieningen (O3M) is het uitgangspunt om jeugdigen zoveel mogelijk thuis en als dit niet kan in een zo huiselijk mogelijke omgeving op te laten groeien en indien nodig daar jeugdhulp te bieden. Daarom is er een breed gedeelde wens om de huidige residentiële voorzieningen (waaronder de O3M) om te vormen tot kleinschalige, perspectief biedende en meer gezinsgerichte voorzieningen. Aanleiding voor het schrijven van dit plan is gelegen in de noodzaak om de hulp aan de meest kwetsbare jeugdigen op een andere manier te organiseren. Dit Toekomstplan O3M biedt inzicht in waar we gezamenlijk naar toe werken, waarbij de vraag hoe we de hulp aan jeugdigen die op dit moment gebruik maken van de O3M beter kunnen organiseren, centraal staat. We streven ernaar dat jeugdigen op de lange termijn zo min mogelijk gebruik hoeven te maken van O3M voorzieningen. Om te komen tot dit bovenregionale toekomstplan is in november 2021 in het Bestuurlijk Overleg 3Noord vastgesteld dat de transformatie van de O3M een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Er is daarop een bestuurlijke opdracht gegeven om in gezamenlijkheid te komen tot een bovenregionaal Toekomstplan O3M. Om de best passende hulp voor onze jeugdigen te realiseren gaan we het volgende doen: “We zetten kennis en expertise vroegtijdig in om te voorkomen dat jeugdigen gebruik moeten maken van residentiële voorzieningen. Er is behoefte aan perspectief biedende kleinschalige plekken waar continuïteit is in wonen en het opbouwen van hechting als basisvoorwaarde mogelijk is en waar met behulp van een verklarende analyse de juiste Evidence Based hulp wordt ingezet. De wijze waarop we dit – in deze volgorde – organiseren vraagt om vertrouwen en voldoende tijd, en biedt kansen voor het inzetten van specialistische kennis en capabele professionals, wanneer we bestaande grenzen van organisaties en regio’s durven los te laten. Veiligheid dient wel vooraf altijd een plek te hebben in de manier waarop we dit met elkaar organiseren.” De ontwikkelingen in de O3M staan niet op zichzelf. Eerder is de Bovenregionale Visie Jeugdhulp (met een) Plus vastgesteld. Het hebben van een gezamenlijk plan voor de O3M is ook een van de voorwaarden gekoppeld aan de SPUK-middelen. Deze middelen kunnen aangewend worden om, bij door het Rijk aangewezen aanbieders, te faciliteren.
Klinische voorzieningen:
Samen met zorgaanbieders en de andere jeugdhulpregio’s in het noorden van het land wordt gewerkt aan een randvoorwaardelijke en inhoudelijke visie op deze klinische voorzieningen. Het doel is te zorgen voor een sluitend zorglandschap waarbij jongeren en hun gezinnen met complexe problemen, wanneer dit nodig is, zo dichtbij thuis als mogelijk hulp kunnen krijgen.
Intensieve LVB voorzieningen:
Het zorgen voor passende hulp en duurzame woonplekken voor jongeren met zeer complex gedrag is een schaarse voorziening. Om te zorgen voor voldoende en passend aanbod binnen deze ingewikkelde doelgroep wordt samen zorgaanbieders en de andere jeugdhulpregio’s uit het noorden, gewerkt aan een randvoorwaardelijke en inhoudelijk visie hierop. Integraliteit en samenwerking tussen specialisten staat hierbij voorop. Het doel is te zorgen voor enerzijds passende en gerichte intensieve behandeling en anderzijds duurzame en onvoorwaardelijke woonplekken voor jongeren die zeer complex gedrag laten zien.
Jeugdhulpplus:
De ministeries van VWS, OCW en JenV, Jeugdzorg Nederland en de VNG hebben concrete afspraken gemaakt over de af- en ombouw van gesloten jeugdhulp. Het is de bedoeling om dat proces uiterlijk in 2030 af te ronden. Ook jongeren, ouders, ervaringsdeskundigen en medewerkers worden bij de af- en ombouw betrokken. Uitgangspunt van de afspraken is dat de gesloten jeugdhulp vervangen wordt door kleinschalige alternatieve zorgvormen of door ambulante hulp, uiterlijk in 2030 maar bij voorkeur eerder. De jeugdhulpregio’s in Noord-Nederland (3Noord) hebben een gezamenlijke visie op de afbouw van Jeugdhulp+. Aanleiding voor deze visie is met name gelegen in de noodzaak om de hulp aan de meest kwetsbare jongeren op een andere manier te organiseren. In 2030 plaatsen we in Noord-Nederland geen jongeren meer gesloten. Er is in 2030 in Noord-Nederland geen instelling gesloten jeugdhulp meer in de huidige vorm. In 2030 zijn de huidige klinische voorzieningen voor gesloten plaatsingen omgevormd naar kleinschalige voorzieningen voor de Jeugdhulp Plus doelgroep. Altijd blijven we zo dicht bij ‘het gewone leven’ als mogelijk is: open jeugdhulp of Jeugdhulp Plus voegen we daar waar nodig toe en/of we maken gebruik van beschikbare aanwezige expertise
We onderscheiden een tweetal fasen:
Fase 1
Inrichting van een stabiele JeugdhulpPlus voor 36 plekken voor de komende twee jaar. Daarbij wordt ook een centrale ‘toegang’ georganiseerd, die niet alleen de instroom beheert, maar ook meekijkt naar alternatieve (ambulante) oplossingen in het voorliggende veld (consultatie en expertise functie).
Fase 2
Verdere om- en opbouw van (ambulante) alternatieven in het voorliggende veld, waardoor afbouw tot 0 plekken/volledige ombouw naar kleinschalige voorzieningen in 2030 (of eerder) mogelijk wordt (verbinding deelopdracht O3M – kleinschalige voorzieningen).
Samenwerking onderwijs
Aansluiten bij het regulier onderwijs en voorkomen van schooluitval is een belangrijke voorwaarde om zo veel mogelijk aan te sluiten bij het ‘gewone leven’ van jongeren. Om die reden wordt de samenwerking bevordert tussen onderwijs en de Jeugdhulpregio’s. Ten eerste is het streven om het onderwijs en de ondersteuning voor jongeren die tijdelijk verblijven in gesloten of open jeugdhulpinstellingen of kleinschalige (woon)voorzieningen in de periode 2023-2024 verder te ontwikkelen en te organiseren. Het tweede doel is om het onderwijs voor te bereiden op, en te laten aansluiten bij de af- en ombouw van de gesloten jeugdhulp. Met de hiervoor in het leven geroepen SPUK-subsidie wordt gestreefd naar het vergroten van expertise en kennis bij scholen en samenwerkingsverbanden. Ook wordt de samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partijen uit het onderwijs en de jeugdhulp gestimuleerd om ook in de toekomst goed onderwijs te kunnen bieden aan deze kleine, maar zeer kwetsbare groep jongeren.